In Nederland mogen kinderen vanaf vier jaar oud naar groep 1 van de basisschool. Als ze vijf jaar oud zijn, dan is het onderwijs verplicht. Ouders kunnen hun kind aanmelden op elke basisschool.

Aanmelden kan vanaf de leeftijd van drie jaar. De school heeft zes weken de tijd om te kijken of ze dan een passende onderwijsplek kan bieden. Deze termijn kan één keer met vier weken worden verlengd.

Nee. De school hoeft niet alle leerlingen die worden aangemeld op de eigen school te plaatsen. Wel moet de school altijd onderzoeken of ze het kind een passen onderwijsaanbod kunnen bieden. Een school mag een leerling weigeren als de school vol is. Ze moeten wel altijd een transparant toelatingsbeleid voeren.

Soms weten ouders al dat hun kind extra hulp nodig heeft als het voor het eerst naar school gaat. Het is goed om dat aan de school te vertellen bij de aanmelding. De school gaat dan onderzoeken of ze het kind de hulp kunnen bieden die nodig is. De school vraagt de ouders dan om toestemming om contact op te mogen nemen met de kinderopvang of de peuterspeelzaal. Vaak zal de school een kind daar ook graag willen observeren.

Kan de school de hulp die nodig is niet geven dan helpt de school de ouders met het vinden van een school die dat wel kan.

Als een kind extra hulp nodig heeft, heeft de school informatie nodig om te onderzoeken welke hulp dat moet zijn. De school kan vragen om verslagen van onderzoeken of vragen of ze contact op mogen nemen met de kinderopvang of de oude school voor informatie. De school kan ook vragen of ze mogen overleggen met een zorgverlener van het kind. Dat mag alleen als u hier als ouder toestemming voor geeft.

U heeft als ouder een informatieplicht de plicht om de school van informatie te voorzien die de school nodig heeft om passend onderwijs te kunnen bieden aan uw kind.

Zie de pagina Ondersteuning

Het is niet nodig om een diagnose zoals ADHD of autisme te hebben, voordat de school extra hulp kan geven. Wel kan een onderzoek door een deskundige de school soms wel helpen om te weten welke hulp een kind nodig heeft. Voor een dergelijk onderzoek is schriftelijke toestemming van de ouders nodig.

Een intern begeleider wordt ook wel IB’er genoemd. Een intern begeleider heeft allerlei taken binnen de school. De IB’er begeleidt leerkrachten en ouders/verzorgers met hulpvragen rond de kinderen.

Bent u het niet eens met de school, bespreek dan zo rustig mogelijk uw punten. Probeer ook te luisteren naar de punten van de school. Kijk hoe u samen verder kunt. Lukt dit uiteindelijk niet, dan kunt u contact opnemen met het schoolbestuur en daarna -indien nodig- met het samenwerkingsverband.

Ga met elkaar in gesprek. Soms kijkt de intern begeleider van de school ook mee naar de situatie. Het kan ook zijn dat de school graag iemand van buiten de school wil inschakelen om mee te denken. Bijvoorbeeld een gedragsspecialist of een orthopedagoog. De school vraagt u daarvoor schriftelijke toestemming te geven.

Bij verhuizingen gelden dezelfde regels als bij plaatsing. Ouders/verzorgers melden hun kind aan op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden.

Kan de school geen passende plek bieden, dan biedt ze binnen zes weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag de termijn met één keer met maximaal vier weken verlengen. Het kind blijft ingeschreven op de school totdat een andere school bereid is hem of haar in te schrijven.

Scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) zijn bedoeld voor leerlingen die meer zorg en aandacht nodig hebben. Het SBO is voor leerlingen voor wie de ondersteuning op de basisschool niet genoeg is. SBO de Oase, SBO de Vonder en SBO Johan Seckel zijn binnen ons samenwerkingsverband de scholen voor speciaal basisonderwijs.

Scholen voor speciaal onderwijs (SO) zijn er voor leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking én voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben. Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die meer zorg en aandacht nodig hebben dan het speciaal basisonderwijs kan bieden. SO Boslust is binnen ons samenwerkingsverband de school voor speciaal onderwijs.

Alle scholen binnen dezelfde regio werken samen binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Het doel van het samenwerkingsverband is ervoor te zorgen dat ieder kind het onderwijs krijgt dat hij of zij nodig heeft.

Alle scholen horen bij een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt belangrijke beslissingen over de school én ondersteunt de school op tal van gebieden.

In een samenwerkingsverband werken alle scholen uit een regio samen. Ze zorgen ervoor dat er in die regio passend onderwijs is voor ieder kind. Alle afspraken hierover staan in het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband . Kijk hier voor het Ondersteuningsplan van Samenwerkingsverband Veld, Vaart & Vecht.

Als ouders of verzorgers meldt u uw kind schriftelijk aan bij een basisschool, heeft de basisschool vanaf dat moment zorgplicht. De conclusie van de school kan zijn dat zij uw kind niet kan bieden wat het nodig heeft. Dan moet de school u helpen met het zoeken naar een school die dat wel kan.

Zijn er vragen over passend onderwijs, is er behoefte aan advies of een gesprek met iemand die meedenkt? Dan kunnen ouders/verzorgers terecht bij de school van hun kind of bij het Oudersteunpunt. Elk samenwerkingsverband heeft een Oudersteunpunt. Het Oudersteunpunt is onafhankelijk en is er om ouders/verzorgers te helpen.

De leerplichtambtenaar is in dienst van de gemeente. De scholen werken nauw samen met de leerplichtambtenaar wanneer er zorgen zijn over schoolverzuim. Als er problemen zijn met naar school gaan, zoekt de leerplichtambtenaar samen met de school en ouders/verzorgers naar een oplossing.

Het speciaal (basis) onderwijs maakt voor alle kinderen een ontwikkelingsperspectief. Ook op de basisschool hebben sommige kinderen een ontwikkelingsperspectief.

Een ontwikkelingsperspectief is een plan waarin de school beschrijft welke ondersteuning er nodig is voor uw kind en hoe de school die hulp geeft. De school bespreekt het plan van tevoren met de ouders. Ouders en school moeten het eens zijn met welke hulp gegeven wordt én op welke manier. De school bespreekt de voortgang van het plan twee keer per jaar met de ouders.

Een TLV is als het ware een toegangsbewijs voor het speciaal (basis) onderwijs. Met een TLV kan een kind naar een school die beter aansluit bij zijn/haar onderwijsbehoeften. De Commissie Arrangeren en Toewijzen (CAT) beslist over de aanvragen voor een TLV.

Soms lukt het de school niet om een kind genoeg goede hulp te bieden. Hierdoor kan het kind zich niet goed genoeg ontwikkelen. In dat geval is de school handelingsverlegen.